In een achterkamertje van een lokaal verzorgingstehuis sta ik een stem op Thierry uit te brengen. Een stem tégen Europa. Niet mijn stem maar die van Angela. Angela heeft een verstandelijke beperking; zij woont in onze woongroep. Vandaag begeleid ik haar naar de stembus, help haar bij het uitvouwen, invullen en opvouwen van het formulier en help haar het biljet in de stembus doen. Haar stemadvies geven mag ik niet. Een vreemde gewaarwording.
Werken in de gehandicaptenzorg. Achttien jaar geleden een volstrekt ondenkbaar scenario. Mijn ambitie lag in de politiek. Ik werd premier, ambassadeur of fractievoorzitter. Geen begeleider in de gehandicaptenzorg. Niets stond mijn ambities in de weg. Met een Master Internationale Betrekkingen en stage-ervaring in Brussel was mijn toekomst voorbestemd. Het was slechts een kwestie van tijd. En nu, achttien jaar later, sta ik hier in dit stemhokje met Angela. Ooit dacht ik met de Haagse ‘Thierry’s’ te debatteren. Nu moet ik zwijgen tegen een meisje dat op Thierry stemt vanwege zijn kapsel. Het leven kan vreemd lopen. Toch heb ik geen seconde spijt. Niet omdat werken in de gehandicaptensector altijd meer voldoening geeft, beter betaald of leuker is. Nee, ik heb geen spijt omdat het leven mij hier heeft gebracht.
In Griekenland staan mensen (spreekwoordelijk) met de rug naar de toekomst. De toekomst ligt achter hen. Wat? Ik hoor het u denken. Die zin moest ik ook drie keer teruglezen. Voor de Grieken ligt de toekomst áchter hen. Een even vreemde als intrigerende gedachte. Wij staan intuïtief met onze rug naar het verleden en kijken naar de toekomst. De Griek kijkt naar het verleden en laat de toekomst over zich heenkomen. Gevoelsmatig lijkt de Griekse benadering absurd. Maar is dat ook zo? Of is onze blik in het ongewisse juist vreemd? Laten we het testen; laten we en ons omdraaien.
Met mijn rug naar de toekomst staar ik in het verleden. Wat ik zie is liefde. Ik zie mijn vriendin. Het pad naar het hier en nu is ineens volstrekt helder. Mijn liefde voor haar bracht mij in de zorg. Samen hebben we iets moois opgebouwd. Vanuit dit perspectief (met mijn rug naar de toekomst) lijkt alles voorbestemd. Zo zie ik dat mijn introverte karakter veel beter past binnen de gehandicaptenzorg dan binnen de politiek waar grote ego’s floreren. Mijn twintigjarige zelf had nooit kunnen voorspellen dat zijn leven zo zou lopen. De toekomst is ongrijpbaar en onvoorspelbaar. Als we ernaar kijken zien we niets dan duisternis. Misschien krijgt u morgen een ongeluk, misschien wint u een prijs of misschien leest u een boek dat de koers van uw leven verandert. U weet het niet. Met onze rug naar het verleden, staren naar een toekomst die we nooit zullen zien, is naïef en onverstandig. Onze toekomst ligt in het verleden.
Soms kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Daar in het stemhokje met Angela kriebelde mijn vroegere ambitie even. Had ik dan toch mijn politieke ambities moeten volgen? Nee, zeker niet! Daarmee verloochen ik al het mooie en goede dat het verleden mij bracht. Alles wat wij samen hebben opgebouwd, de mensen die wij hebben geholpen, mijn gezin en onze liefde. Niemand weet wat de toekomst brengt. Misschien doe ik ooit nog iets in de politiek; misschien niet. Het verleden heeft uitgewezen dat de toekomst onvoorspelbaar is. Aan de Europa-sceptici heb ik slechts één advies. Draai u om! Luister niet naar de onheilspellende toekomstvisies en bangmakerijen van Thierry, Geert en andere politici. Zij kunnen, net als u, de toekomst niet zien. Draai uw rug naar de toekomst en kijk naar het verleden. Wat u zult zien is al bijna 75 jaar vrede. De toekomst van Europa ligt in haar verleden.