Correct taalgebruik

En toen was taal ineens aan de beurt. Na Zwarte Piet, ‘foute’ humor en ‘onbetamelijke’ straatnaambordjes zijn de pijlen van de WOKE-gemeenschap nu gericht op taalgebruik. Correct taalgebruik welteverstaan. Correct taalgebruik is namelijk ‘homogeen’, wit, mannelijk en elitair. En dus fout en uit de tijd. Op de universiteit van Hull is de kogel al door de kerk. Daar worden studenten niet langer gecorrigeerd wanneer ze woorden verkeerd spellen, grammaticale fouten maken of komma’s, dubbele punten en vraagtekens vergeten. ‘Dekolonisatie’ van het curriculum, aldus de universiteit.   

‘Iwordt groter als mijn vader‘, schreef mijn dochtertje laatst. “Het is ‘word‘ zonder ‘t’ en ‘groter dan’“, corrigeerde ik haar. Mijn dochtertje kon mijn taalpurisme, net als haar moeder, zoals ik direct uit de venijnige blik van mijn vriendin begreep, niet erg waarderen. Was ik misschien te streng geweest? Wat maakt het uit; iedereen begrijpt wat ze bedoelt. Toch? En daarbij: ze is pas acht. Dat laatste vond ik een sterk argument en probeerde de situatie te redden: “Maar verder heel goed geschreven meisje!“, vervolgde ik. Een jeugdtrauma voorkomen; het tere kinderzieltje gered. Toch moet ze ook leren van haar fouten. Als niemand haar wijst op het foutief gebruik van deetjes en teetjes, blijft ze telkens opnieuw dezelfde fouten maken. Geldt datzelfde niet ook voor de studenten in Hull? Door studenten als achtjarigen te behandelen ontneem je ze toch juist de kans achterstanden in te lopen. Of bekijk ik het dan te veel vanuit mijn ‘witte-mannen-van-middelbare-leeftijd‘ perspectief?   

Taal is slechts een manier om informatie over te dragen van de één naar de ander. Moet die informatiestroom altijd volgens strakke, vastomlijnde regels verlopen? Of moeten we het idee van foutief taalgebruik, zoals nu in Hull gebeurt, inderdaad loslaten? In de kunst gebeurt dit al sinds jaar en dag. De mooiste teksten en gedichten bevatten regelmatig ‘dichterlijke vrijheden’ en wijken daarmee bewust af van de geldende regels. Grammaticaal volledig correcte ambtenarentaal is daarentegen vaak onbegrijpelijk en dodelijk saai. Dus waar zeuren we over. Misschien moet het ‘hoe’ inderdaad ondergeschikt zijn aan de boodschap. Zonder dwingende taalregels is immers iedereen gelijk en bestaan er geen taalachterstanden. Wat kan daar nu op tegen zijn? Nou…   

Zonder regels is er geen taal. Taal bestaat bij de gratie van een norm. Wanneer alles goed is, is namelijk tegelijkertijd niets goed. Wat? Juist, die zin moest ik ook even laten bezinken. Iets is goed of fout. Daar zit niets tussenin. ‘Ivindt taal moeilijk‘ en ‘ik moeilijk vind taal‘ zijn beide fout. De één weliswaar meer dan de ander, maar beide zijn fout. Als we het eerste door de vingers zien, wat doen we dan met de tweede? Waar trekken we de grens? Precies. Nu hoor ik u denken: maar taal verandert toch? Klopt, maar wat verandert er dan eigenlijk? Juist, de norm. Oftewel, de regeltjes die bepalen wat correct is en wat niet. Het loslaten van taalregels is simpelweg onbestaanbaar. 

Ja, mijn dochtertje heeft straks misschien een voorsprong op leeftijdsgenootjes waarvan de ouders onze taal minder goed beheersen. En ja, natuurlijk is dat een probleem waarvoor we onze ogen niet mogen sluiten. De oplossing is echter niet dat we onze schitterende taal te grabbel gooien. Dat is voor niemand goed. Taal is wat ons bindt. Daar moeten we zuinig op zijn. Willen we onze taal, en daarmee onze maatschappij, inclusiever maken dan moet er juist méér aandacht zijn voor correct taalgebruik, niet minder.  

Over de auteur

Hugo Trentelman

Reageer

Hugo Trentelman

Get in touch

Quickly communicate covalent niche markets for maintainable sources. Collaboratively harness resource sucking experiences whereas cost effective meta-services.